Vaak wordt de Britse rockband Nothing But Thieves in het straatje geduwd van Queens of the Stone Age en Muse. Ja duh, denkt de oplettende ...
Yeah, we all live under the same sun.’ Rijmt, dus het is de waarheid.) en een perfect-pathetisch refrein over je kop alsmaar opnieuw stoten tegen dezelfde muur, terwijl je je hart bent verloren in Amsterdam. Geen flauw idee wat–ie er nou allemaal mee bedoelt, maar hey: anthem! Er is confetti. De bluesy licks en stevige shuffle van ‘Forever and Ever More’ hebben er ook wel wat van weg, en zanger Conor Mason heeft zo’n stem die schurend de hoogte in kan zoals Matthew Bellamy dat ook zo goed kan.
De focus van Pinkpop verschuift van de South Stage, waar Twenty Øne Pilots net klaar is met een fantastische set, naar de IBA Parkstad Stage. De laatste noten ...
Dit is ook het geval bij de andere hits als Amsterdam en Impossible. Verder is het publiek een beetje tam. Nothing But Thieves is sowieso een goede band, maar niet extreem uitgesproken. We zullen het maar gewoon zeggen: Nothing But Thieves is de wachtmuziek in de lift tussen Twenty Øne Pilots en Metallica. Een goed optreden, absoluut, maar tegelijkertijd een goede blokkenschemavuller. De focus van Pinkpop verschuift van de South Stage, waar Twenty Øne Pilots net klaar is met een fantastische set, naar de IBA Parkstad Stage. De laatste noten van Trees van de Pilots zijn nog geen seconde klaar of Nothing But Thieves knalt los aan de andere kant van het terrein. De gebruikelijke zee van hoedjes is moe en ietwat onrustig, want na Nothing But Thieves komt afsluiter Metallica. De grote schermen die normaliter podiumbeelden laten zien, vertonen nu een soort artistiek filmpje. Wetende dat de tweede dag van Pinkpop nog warmer gaat worden slaan veel mensen alvast extra zakjes met water in, gezien je op de vrijdag gemiddeld een uur in de rij moet staan voor een (gratis) glas water of een navulling.